Column
Foto: Jetty Sporken
9 november 2023
Applaus en toegift (deel 2)
Ovationeel applaus na afloop van het optreden, hoe vaak lees je het niet?! Hoe meer mensen in de zaal, hoe ovationeler het applaus, en kennelijk is de mate waarin men klapt de graadmeter van succes. Toegegeven, er zijn van die concerten die schreeuwen om zo’n bijval, waar je van pure opwinding onmogelijk in je stoel kunt blijven zitten, of je moet al een androïde zijn. De zaal staat dan zozeer onder stroom dat het onmogelijk wordt je niet te ontladen.
Soms echter is een wat bescheidener opstelling minstens zo indringend, zoals ik dat zelf altijd ervaar bij kamerconcerten. Geloof me, ik heb heel wat grootheden in recitals meegemaakt of in een klein ensemble het beste van zichzelf horen geven, waarbij het publiek na afloop reageerde met een ingetogen applaus, daarmee te kennen gevend de sfeer van dat concert perfect te hebben aangevoeld. Enkele musici vertrouwden me toe die reactie op prijs te stellen, omdat het bij de muziek paste. Eentje had het zelfs over een intelligent publiek. Het is dat u het weet!
Om reden van privacy noem ik geen naam, maar nog zeer onlangs zag ik een wereldberoemde musicus zijn gezicht moeizaam en dus voor de Bühne in de glimlachmodus trekken bij het oogsten van het klapsalvo, het was duidelijk dat de ‘hypnose’ waarin hij verkeerde ernstig was verstoord. Zo iemand is tijdens het optreden in gesprek met de componist en probeert diens intenties naar eigen inzicht zo natuurlijk, dienstbaar en muzikaal mogelijk te vertolken. Bij kamermuziek is dat essentieel, want kamermuziek is het gevolg van een intrinsiek denkproces en hoort niet thuis in de categorie performance met veel geschreeuw en weinig wol.
En het zijn die noten en betovering die ik het liefst zo lang mogelijk met me meeneem, en ja, ik klap ook, maar vooral verbaal, met een wijntje in de hand.