Column
Foto: Jetty Sporken
23 september 2019
Cultuur en Geld | deel 2: Vergoeding en salaris
Het is raar gesteld in de wereld van het geld. Er zijn musici die zich rijk weten te zingen of te spelen, de meeste anderen echter ploeteren voort en komen amper hoger dan de tweede sport op de maatschappelijke ladder. Of die eerste categorie ook altijd aanspraak mag maken op die grote welvaart kan in twijfel worden getrokken. Als ik bijvoorbeeld terugdenk aan dat glansrijke optreden van Madonna tijdens het Eurovisie songfestival 2019 rijzen de haren me opnieuw te berge. Zelfs met een stevige kou op de stembanden of met een ballonnetje lachgas zou je je best moeten doen om zo vals te kunnen zingen. Misschien was ze ontevreden over het honorarium, zegge en schrijve een miljoen, voor tien minuten waarvan de helft ook nog eens playback. Betaald worden om niet te zingen, het moet niet gekker worden.
John Cage, de componist van 4.33, zal bij deze opmerking vanuit zijn graf toch even moeten glimlachen. Hoe werd hij door velen uitgelachen toen hij dit bedacht. En geloof me, ik mocht dit silent piece niet op de speellijst plaatsen bij mijn piano-examen, zelfs niet als geintje. En dan te bedenken hoeveel uren het instuderen me gekost had. Maar ik speel en zing het nog iedere dag.
De gemiddelde Nederlandse (orkest)musicus is blij met een extra klusje om zo het leven wat meer kleur te kunnen geven, ondanks lange werkdagen en heel wat weekends weg van huis. Het is dat er niets mooiers is dan muziek, anders zouden velen wel voor een andere richting gekozen hebben. Als ik toen geweten had wat ik nu weet, zou ik dat op zijn minst overwogen hebben.
Zelfs het goedbedoelde argument ‘wat fijn dat je van je hobby je werk hebt mogen maken’ gaat niet altijd op, want het is lastig rondkomen van complimenten en applauzen. Wel van vals playbacken.