Column
Foto: Jetty Sporken
23 oktober 2019
Cultuur en Geld | deel 3: Der Leiermann
Lied 24 uit Winterreise van Franz Schubert met de titel Der Leiermann, de orgelman, bespreekt het lot van een kunstenaar, zeker dat van Schubert. Deze zzp-er deed een dappere poging om van de kunst te kunnen leven, en al vinden we zijn muziek bijna te mooi voor woorden, hij leidde het leven van een armoezaaier. Hij had zogezegd geen nagel om zijn gat te krabben.
In dat bewuste lied vergelijkt hij zijn situatie met die van de orgelman, die buiten het dorp staat, in de bittere kou. Met bevroren vingers draait hij moeizame bourdontonen, hij is eenzaam, slechts in gezelschap van grommende honden en een leeg centenbakje. Geen wonder, daar komt niemand: keiner mag ihn hören, keiner sieht ihn an
Ten langen leste stelt ‘ik’ de orgelman voor om samen op te trekken, zodat die zijn liederen op die Leier kan spelen. Twee trieste figuren, een Duo Zonder Naam. Zo verging het ook andere grootheden. Nu is Bach hét uithangbord van Leipzig en dankt de stad een groot deel van zijn welvaart aan hem, toen was het wel even anders. Men slaagde er destijds wonderwel goed in om zijn leven vaak tot een hel te maken, ook al krijg ik de indruk dat hij zelf ook niet bepaald overliep van vriendelijkheid en empathisch vermogen. Maar als dat de norm is, zijn er zat politici, sportlui, artiesten, tv-persoonlijkheden en managers die daaraan voldoen maar er geen cent minder om verdienen. Bachs weduwe in ieder geval werd Almosenfrau, dat zegt genoeg, Mozart werd in een algemeen graf gelegd, ik bedoel maar.
Maar we kunnen niet zonder ze, je komt ze hoe dan ook tegen, behalve in de concertzaal ook in films, documentaires, reclames en bij afscheidsplechtigheden. Dan blijken zelfs ijskonijnen gevoelig te zijn voor de schoonheid van het Ave Maria van Schubert en Bach, ik bedoel maar. Dat had ook eerder gekund.