Een stevige portie drama zijn we wel gewend in de klassieke muziek, hoeveel aangrijpende symfonieën en Requiems (in mineur) zijn er wel niet. En een ‘opera waarin niet geleden of gestorven wordt is geen opera’, want: duel, oorlog, enge ziekte, vergiftiging, moord, suïcide.
Pique Dame, La Bohème, Don Giovanni en Carmen zijn aanmerkelijk minder pathetisch zonder ellende, ja zelfs de liefde gaat niet zonder slag of stoot, zeker als familie of exen zich ermee gaan bemoeien.
Vreemd genoeg zijn dit dus de ingrediënten die de kers op de taart vormen en de composities inhoud en emotie verlenen, zolang ze maar mooi zingen of spelen en het fraai in beeld wordt gebracht (net echt) én zolang het bij fictie blijft. Moeilijk om er niet door geraakt te worden, zou dat wel zo zijn lijkt me een bezoek aan een hulpverlenende instantie aangebracht.
Maar opeens is het drama een werkelijkheid geworden die zich voor onze neus afspeelt, echter zonder mooie zang en enscenering. Waarmee de Camerata fiorentina in de 16e eeuw het gelijk aan hun kant hadden, zij zagen in een opera een weerspiegeling van het echte leven, maar dan wel in versierde vorm.
Ik breek een lans voor de (toon)kunstenaars die het allemaal zo prachtig en smaakvol wisten te verbeelden. Vergeet niet dat velen van hen de terreur ook zelf aan den lijve hebben ondervonden en ons met hun scheppingen attendeerden op de gevolgen daarvan.
Wilfred Owen verwoordde dit zo: all a poet can do today is warn.