Humor (d. 1)

Valt er nog wat te lachen in dit doorgaans ernstige vak, zijn musici slechts serieus? Laat me een geheim met u delen: nee. Hier wat anekdotes en grapjes die ik her en der opviste.

Schubert: ‘Kent u vrolijke muziek? Ik ook niet’.

Een collega tijdens zijn bezoek aan Mahler bij diens zomerhuis bij Salzburg: ‘O, die heldere frisse lucht, die glooiende grasvelden met duizenden bloemen, het diepblauwe meer en daarachter die bergen’. Mahler op zijn beurt: ‘Hou op man, ik heb dat allemaal al gecomponeerd’.

Max Reger aan een vriend: ‘Stuur me een paar gedichten, de muziek is al klaar’.

Rossini: ‘Meyerbeer en ik zijn verschillende werelden, hij houdt van Sauerkraut, ik van macaroni’.

Dirigent von Bülow tegen een primadonna: ‘Bent u zo vriendelijk om ons úw A aan te geven?’

Dirigent tijdens repetitie: ‘Hoorns graag zachter’, concertmeester: ‘Maestro, de hoornisten zijn er nog niet’, dirigent: ‘Zeg dan als ze arriveren dat ze niet zo hard moeten spelen’.

Meyerbeer blies graag zijn eigen loftrompet. Heinrich Heine vroeg zich af wie er voor zijn roem zou zorgen als hij dood was.

Saint-Saëns over de muziek van Max Reger: ‘Die begint niet, die eindigt niet, die duurt alleen’.

Een dirigent ergert zich aan de koopzieke cellist die voortdurend zijn hele verzameling strijkstokken etaleert en uitprobeert. Hij vraagt hem: ‘Koop je die stokken op de bazaar?’ Cellist: ‘Nee, daar verkopen ze alleen dirigeerstokken’.

Wordt vervolgd