Column
Foto: Jetty Sporken
10 mei 2019
Stilte
Mei en juni zijn de maanden waarin het theaterseizoen zo’n beetje op zijn einde loopt, maar ook het moment waarop theaters hun nieuwe plannen bekendmaken en brochures presenteren. De deur gaat weliswaar even dicht, maar in de verte gaan de gordijnen weer wat omhoog en kan het publiek vast uitkijken naar een nieuw en fris aanbod aan theatervoorstellingen. Een resultaat van veel onderhandelen, roosteren, berekenen, pr-campagnes, stress en deadlines. Niet onze zorg, gelukkig.
Maar eerst vakantie. Violen en trompetten in de koffers, pianokleppen dicht, even geen stemoefeningen maar een wijntje overdag, dat soort dingen. Rust en stilte. Zou je denken, niet dus.
Zo’n duizend muziekfestivals in Nederland staan in de startblokken, om te voorkomen dat we droog komen te staan, stel je voor zeg. Velden en pleinen worden decor van pop, multiculti, techno, Nederlandstalig, rock, Rieu en metal, met maar een doel voor ogen: plezier. Het verkeer wordt er zelfs voor omgeleid of stilgelegd, podia en kiosken schieten als paddenstoelen uit de grond, en even later: de decibellen.
Nee nee nee, geen elegie hier. Ik woonde ooit heel dicht in de buurt van het Pinkpopterrein in Landgraaf –met Sinéad O’Connor, Pearl Jam en Joe Cocker live in onze tuin- en zag ieder jaar tienduizenden festivalgangers komen en gaan. Wat een feest, wat een synthese.
De klassieke muziekwereld is trouwens ook wakker geworden, want ook het aantal open air- en kamerconcerten neemt fors toe.
Ik krijg wel de indruk dat ‘we’ er goed in zijn geslaagd om de stilte en ruimte om ons heen aardig aan banden te leggen. Je ogen sluiten voor dingen die je niet wenst te zien kan nog steeds, maar helaas zit er geen aan- en uitknop op de oren.
En ondanks mijn werk en niet aflatende muziekhonger groeit bij mij ’s zomers toch die behoefte aan retraite, verdwijnen zelfs Bach en Beethoven tijdelijk in een koffer… en mag de klep van Wagner ook even dicht.