Skip to main content

Column Categorie: 2017

Klassiek DNA

Bij de meeste klassieke concerten in Nederland tref je vooral veel grijs en kaal aan in de zaal. Daar is niks mis mee, integendeel… is er tenminste nog een plek waar ik de jongste ben!

Dit publiek, deze generatie is ermee groot geworden, de liefde voor klassiek ontstond al heel vroeg, was groot en zelfs opgewassen tegen ziektes. Zo herinner ik me van de muzieklessen die ik in een psychiatrisch centrum gaf, welke rol muziek in het leven van die mensen gespeeld had.

Samen spelen, zingen en luisteren maakte heel wat los, ze vertelden mooie en aangrijpende anekdotes. Als ik schrijver was zou ik er een boek over schrijven. Er waren er die vroeger de Opera van Luik bezochten (en nog vele aria’s en koren herkenden en meezongen), anderen de Mattheus Passie in Naarden of een persoon zelfs in een half verwoeste kerk tijdens de oorlogsjaren. Nostalgie alom als het ging over een radioprogramma op zondagmiddag, iemand had Willem Mengelberg nog zien dirigeren.

Maar waar zijn de 50-minners van nu? Ik weet zeker dat ook die in principe interesse tonen voor Bach, Beethoven en Sjostakovitsj, alleen ze weten het zelf nog niet. De vraag namelijk is van wie ze dat in de afgelopen dertig jaar hadden moeten leren?

Den Haag verwees muziek naar de reservebank of amputeerde het vak uit het basispakket, andere vakken doen er meer toe, muziek doe je maar in je vrije tijd (als je het kunt betalen). Dus hoe hadden die miljoenen jeugdigen überhaupt kennis moeten maken met klassieke muziek?

Zo werd ons een hele generatie afgenomen en ging het klassiek DNA in rook op.

Ik ben blij dat Halbe Zijlstra niet Cultuur heeft gekregen.

Klassiek (lekker) lang

Je hoort het vaak, klassieke muziek duurt zo lang. Maar wat is lang? Het valt niet te ontkennen dat lang een ander lang is geworden (waarom denk ik nu aan Lang Lang?).
Een brief schrijven en bezorgen kostte je vroeger een hele dag, nu doe je dat per mail in een split second. Je lag vroeger ook veel langer in een ziekenhuis. Het tempo is hoger komen te liggen, het duurt korter, en die verwachting hebben we ook. Tot zover prima.

Die snelheid echter is zo’n beetje de maat der dingen geworden en ik vraag me af of dat niet ten koste gaat van inhoud en diepgang. Het zou Matthijs van Nieuwkerk zomaar lukken om de Mattheus Passie in viereneenhalve minuut samen te vatten, terwijl Jezus echt wat langer nodig had om dood te gaan. Maar bij DWDD vindt men viereneenhalve minuut muziek al pure marteling, dus het zal er niet van komen. Rieu doet de Boléro trouwens binnen de helft van de tijd die Ravel nodig had voor zijn kleurenstudie.

Ook snel (en makkelijk) is het brengen van de hoogtepunten. Dan kunnen we net zo goed enkele hoofdstukken uit boeken gaan knippen, of kijken we voortaan alleen nog naar de eerste en laatste minuten van Lewis, naar de moord en de ontmaskering. Dan duurt het niet zo lang allemaal. Alleen een voetbalwedstrijd mag een halve dag duren, met al die voor- en nabeschouwingen.

Ik juich het juist toe dat Mahler en Wagner vaak een lange adem hadden en niet over een nacht ijs gingen. Dat maakt hun muziek juist zo intens en dan kom je tot de kern der dingen.

Gun jezelf eens een dag zonder DWDD, kies voor poëzie, zang, spel, dans, sentiment, verwondering, neem de tijd en laat lang lekker lang duren.

Muziekles

Als derde kind en benjamin van een gezin in Nieuwenhagen kreeg ik muziekles van overbuurman Pierre van de Wall. Broer Henk en zus Sybille waren er al mee bezig, ik moest wachten tot ik kon lezen en schrijven.

Van de Wall was dirigent en organist in de kerk van Nieuwenhagerheide, type wereldberoemd in eigen dorp. We zongen in zijn koor en kregen op zaterdagnamiddag thuis muziekles, bestaande uit solfège, zang, blokfluit en piano.

Uiteindelijk werd het mijn beroep, ik ben van de Wall na zijn overlijden opgevolgd. Die eerste baan verloste me van de dienstplicht.

Een grotere pedagoog dan Pierre van de Wall ben ik nooit tegengekomen, een verhaal apart. Hij wist wat goed en niet goed voor me was, loodste me door de lastige jaren van de puberteit, ging respectvol om met alle mensen om hem heen. Niet de kennis en kunde, maar de manier waarop hij de liefde voor muziek wist over te brengen is wat me altijd heeft aangesproken. Het ging nooit over hem.

Het moment dat hij me dat geweldige Verschueren-orgel liet bespelen staat voorgoed op mijn netvlies, of toen hij zich een half uur voor de Mis ‘ziek meldde’ en mij het kinderkoor liet dirigeren en begeleiden. De kennismaking met Bach gaf de definitieve doorslag. Op zekere dag kwam hij binnen met het Wohltemperierte Klavier: ‘Toine, je bent toe aan iets bijzonders’. Toen wist ik het zeker: het wordt muziek, niets anders.

Tijdens de lessen kwamen behalve het pianospel theorie, harmonie, transponeren, koordirectie, liedbegeleiding, orgelspel en orgelstemmen aan bod. Geloof het of niet, ik schreef een Kyrie op Yesterday en een Sanctus op een deel uit een pianosonate van Mozart. Maar daarnaast ging het ook vaak over de liefde voor mooie auto’s en de Franse keuken. Achteraf werd het me duidelijk: een musicus functioneert pas goed als hij kan genieten. Hij reed zelf trouwens in een zacht verende witte Buick Special, de buurman rechts van mij in een Citroën DS, ik wist me omringd door klassieke schoonheden.

Mijn advies: Laat kinderen zingen en spelen en haal een van de Wall in huis!