Skip to main content

Column Categorie: 2022

Terug in de tijd

Decembermaand, terugkijkmaand, vooruitkijkmaand, familiemaand, muziekmaand, maand van goede voornemens. Voor mij ook een nostalgiemaand, want het is weer tijd voor Bachs Weihnachtsoratorium en alle kerst-cd’s van de vervlogen luistercursus. Meer dan ooit heb ik behoefte aan tijdsheimwee, zeker nu de wereld zo op de kop staat en romantiek verder verwijderd lijkt dan ooit.
In mijn kinderjaren was de nachtmis op 24 december een jaarlijks terugkerend hoogtepunt, ik ruik de geur van wierook en kerstbomen nu nog. Nog meer hoor ik in gedachten de Mis van Perosi, Transeamus, In dulce jubilo en Stille Nacht in het Duits (!): Gottes Sohn, o wie lacht. Het koor zag de vele repetities beloond met een applaus maar bovenal met een voldaan gevoel vanbinnen.
Thuisgekomen gingen we aan tafel die door mijn moeder al voor de mis feestelijk was aangekleed. Kaarsen en kachel gingen aan, de 33 toerenplaten werden opgezet. En uiteraard aten we pasteitjes met kippenragout en heerlijke witte broodjes, toen een grotere luxe dan nu.
En buiten ‘sneeuwde het altijd’ en was het ijzig koud.

De sfeer op de jongensbasisschool roept eveneens warme herinneringen op. De Sint-en-Piet tekening op de achterkant van het grote krijtbord maakte plaats voor een prachtige kerstprent. Er werd die weken heel wat getekend, gekleurd, gezongen en geluisterd, want meester Jos was gek op klassiek.

Nog meer nostalgie dan. De dag dat thuis alle ballen en heiligen van zolder kwamen en eerst die kerstlampjesdraad uit de knoop gehaald moest worden voordat het optuigen van de boom en versieren van de woonkamer kon beginnen. Verder de lp van de Leidse Sleuteltjes (lekker onzuiver), nieuwe kleren, patience en jokeren, pianospelen, kribjes bewonderen, gebak met slagroom en radong met poedersuiker, kerstkransjes, het ‘zondagse’ servies, ARD en ZDF televisie met kerstmuziek en Wiener Sängerknaben, de heerlijke geuren in huis, geen aanmaak- maar echte limonade, Sisi, de Herdertjes lagen bij Na-há-hách-te, Bing Crosby, nieuwe Dinky Toys en elkaar een gelukziëlig chrismus wensen.

Ik wens jullie een mooi en behaaglijk kerstfeest, droom van toen…
misschien komt het terug
 !

Gewoon lekker zingen

Wie herinnert zich niet het boekje ‘Kun je nog zingen, zing dan mee’. Bijna iedereen van mijn generatie vindt het jammer dat er ‘op school’ niet meer gezongen wordt zoals vroeger. Een andere klassieker is ‘men bindt zich niet meer aan een wekelijkse repetitie’. Jazeker, allemaal de schuld van smartphone, social media, gamen, leegloop van de kerken, én (voeg ik hieraan toe) het gebrekkig cultureel-historisch besef van politiek Den Haag.
Maar met ‘op school’, ‘men’ en ‘Den Haag’ schuiven we de verantwoordelijkheid voor deze ontwikkeling wel makkelijk van ons af, zo jammer dit. Want als je nooit in een koor hebt gezongen weet je niet wat het je oplevert. Dus ga op ontdekkingsreis, wek de Marco Polo of Christoffel Columbus in jezelf op en ervaar wat koorzang met je doet. Samen wandelen, eten, lol maken of goede gesprekken voeren doen we graag, probeer het eens met zingen. Enkele overwegingen:

  • een keer per week de talkshows overslaan: doen
  • een avond zonder bliepjes en pushberichten: heerlijk
  • een keer wekelijks de gezelligheid opzoeken: doen
  • je twee uur in een andere wereld wanen: het voelt als yoga
  • te oud… onzin, het houdt je jong en is nog gezond ook
  • ik kan niet goed zingen: smoesje
  • je publiek laten genieten: bijzonder
  • niet kerkelijk… so what, Mozart en Verdi evenmin (en luister naar hun religieuze muziek)
  • een nachtmis zonder Stille Nacht: je moet er niet aan denken
  • vrouwen- of mannen- of ouderenkoor, gemengd koor: er is er altijd eentje in de buurt
  • er zijn er ook waar het ‘niveau’ niet zaligmakend is maar het plezier vooropstaat
  • het is nog een betaalbare hobby ook: duur nee, duurzaam ja
  • kun je nog zingen, zing dan mee !

(G)een moment voor jezelf

Emoties worden pas echt emoties als die met veel vertoon geëtaleerd worden. Emo-tv is inmiddels doorgedrongen tot de diepste krochten van de samenleving, een sportprestatie wordt pas geloofwaardig als de sporter, bezweet en nog buiten adem, in de microfoon hijgt dat ie de juiste benen of instelling had en hier lang naar heeft toegewerkt. Precies zo gaat het in bepaalde muziekprogramma’s als optredens omlijst worden met invoelend hoofdschudden en gekweld kijken… en dan nog de tranen.

De opmerking ‘je hoeft er toch niet te kijken’ stemt me bedroefd, want stel ik wíl kijken, dan gaat het mij er enkel om dat ik ook in teruggetrokkenheid wil kunnen genieten van mijn Douwe Egberts-momentje, zonder te moeten worden afgeleid door wat anderen ervan vinden. Voor het overige storen mij die explosies of luidkeelse Bravo’s bij klassieke concerten net zo zeer; kennelijk is het belangrijk dat de zaal weet dat jij er iets van vond. Ik herinner me in dat kader nog de staande uitbundigheid van het publiek na zo’n concert, maar nog meer de dirigent die me backstage vroeg of ik het ook zo zwaar beroerd had gevonden (hij drukte zich trouwens anders uit… hij noemde het kut). De ‘eenzame’ genieters zijn die mensen die gefascineerd de muziek in zich opnemen en op volstrekt persoonlijke wijze de pastorale sfeer, liefde of het grote lijden kunnen ervaren. Net zoals je met het lezen van een boek je eigen gedachtewereld creëert. Als je in mijn gezelschap een museum bezoekt moet je er ernstig rekening mee houden dat ik meteen na de ticketcontrole al afscheid neem, om mezelf de kans te geven stil te staan bij of juist voorbij te lopen aan een kunstwerk. Het erover hebben komt later wel, bij de koffie.

Nog steeds vind ik het geen applaus na de Mattheus op Goede Vrijdag in Leipzig het mooiste applaus, want de Tränen zijn voor mezelf.

Column: (G)een moment voor jezelf

Emoties worden pas echt emoties als die met veel vertoon geëtaleerd worden. Emo-tv is inmiddels doorgedrongen tot de diepste krochten van de samenleving, een sportprestatie wordt pas geloofwaardig als de sporter, bezweet en nog buiten adem, in de microfoon hijgt dat ie de juiste benen of instelling had en hier lang naar heeft toegewerkt. Precies zo gaat het in bepaalde muziekprogramma’s als optredens omlijst worden met invoelend hoofdschudden en gekweld kijken… en dan nog de tranen.

De opmerking ‘je hoeft er toch niet te kijken’ stemt me bedroefd, want stel ik wíl kijken, dan gaat het mij er enkel om dat ik ook in teruggetrokkenheid wil kunnen genieten van mijn Douwe Egberts-momentje, zonder te moeten worden afgeleid door wat anderen ervan vinden. Voor het overige storen mij die explosies of luidkeelse Bravo’s bij klassieke concerten net zo zeer; kennelijk is het belangrijk dat de zaal weet dat jij er iets van vond. Ik herinner me in dat kader nog de staande uitbundigheid van het publiek na zo’n concert, maar nog meer de dirigent die me backstage vroeg of ik het ook zo zwaar beroerd had gevonden (hij drukte zich trouwens anders uit… hij noemde het kut). De ‘eenzame’ genieters zijn die mensen die gefascineerd de muziek in zich opnemen en op volstrekt persoonlijke wijze de pastorale sfeer, liefde of het grote lijden kunnen ervaren. Net zoals je met het lezen van een boek je eigen gedachtewereld creëert. Als je in mijn gezelschap een museum bezoekt moet je er ernstig rekening mee houden dat ik meteen na de ticketcontrole al afscheid neem, om mezelf de kans te geven stil te staan bij of juist voorbij te lopen aan een kunstwerk. Het erover hebben komt later wel, bij de koffie.

Nog steeds vind ik het geen applaus na de Mattheus op Goede Vrijdag in Leipzig het mooiste applaus, want de Tränen zijn voor mezelf.

Column: 3, 4, 5, 6, (7), 8, 1000, 9

Je hebt van die cijfers met een bijzondere betekenis, klassieke muziek telt er vele. Tatatataaa is Beethoven 5, de Eroïca is zijn 3e en de Pastorale zijn 6e terwijl nummer 6 bij Tsjaikovski Pathétique heet. Voor die zes andere symfonieën van Beethoven bestaan geen bijnamen, al is men de 9e Ode an die Freude gaan noemen… marketing hè.

Bij Vier letzte Lieder denken we meteen aan Richard Strauss, de Quattro Stagioni zijn van Vivaldi, maar bij Piazzolla bestaat een jaar eveneens uit 4 Jaargetijden. Die sieben letzten Worte des Erlösers am Kreuze horen bij Haydn en Mahler 8 heet niet Mahler 8 maar Sinfonie der Tausend :).

Mozart en Haydn deden goede zaken met hun resp. 41 en 104 symfonieën, want enkele collega-componisten legden het loodje na voltooiing van hun 9e symfonie. Mahler noemde zijn negende niet Symfonie 9 maar Das Lied von der Erde. De ‘echte’ 9e kwam alsnog tot stand en werd een soort van Abschied, want de 10e bleef onvoltooid en mag volgens sommigen geen deel uitmaken van de reeks van negen, vooral omdat het ‘geen Mahler’ is omdat een ander het reliek heeft aangeraakt c.q. afgerond.

Bruckner, Dvořák en Schubert kwamen ook niet verder dan negen symfonieën, en weet dat Schubert er in werkelijkheid slechts acht schreef; gek genoeg is nummer 8 de Onvoltooide en heette de 9e ooit de 7e omdat de ware 7e ontbreekt; verdorie Franz, wat meer tijd en aandacht voor je administratie was mooi geweest!

O ja, Louis Spohr, Ralph Vaughan Williams en Malcolm Arnold schreven er negen en ook Glazoenov wist zijn 9e niet te voleindigen.

Voor mij geldt in ieder geval: ik schrijf er géén negen… ik schrijf er geen één.

Drama

Een stevige portie drama zijn we wel gewend in de klassieke muziek, hoeveel aangrijpende symfonieën en Requiems (in mineur) zijn er wel niet. En een ‘opera waarin niet geleden of gestorven wordt is geen opera’, want: duel, oorlog, enge ziekte, vergiftiging, moord, suïcide.

Pique Dame, La Bohème, Don Giovanni en Carmen zijn aanmerkelijk minder pathetisch zonder ellende, ja zelfs de liefde gaat niet zonder slag of stoot, zeker als familie of exen zich ermee gaan bemoeien.

Vreemd genoeg zijn dit dus de ingrediënten die de kers op de taart vormen en de composities inhoud en emotie verlenen, zolang ze maar mooi zingen of spelen en het fraai in beeld wordt gebracht (net echt) én zolang het bij fictie blijft. Moeilijk om er niet door geraakt te worden, zou dat wel zo zijn lijkt me een bezoek aan een hulpverlenende instantie aangebracht.

Maar opeens is het drama een werkelijkheid geworden die zich voor onze neus afspeelt, echter zonder mooie zang en enscenering. Waarmee de Camerata fiorentina in de 16e eeuw het gelijk aan hun kant hadden, zij zagen in een opera een weerspiegeling van het echte leven, maar dan wel in versierde vorm.

Ik breek een lans voor de (toon)kunstenaars die het allemaal zo prachtig en smaakvol wisten te verbeelden. Vergeet niet dat velen van hen de terreur ook zelf aan den lijve hebben ondervonden en ons met hun scheppingen attendeerden op de gevolgen daarvan.

Wilfred Owen verwoordde dit zo: all a poet can do today is warn.

Humor (d. 2)

Voor wie hier eerder op zoek ging naar het vervolg op de eerste column over humor, u hebt er een jaar op moeten wachten. En om met de deur in huis te vallen, in dit stukje in de humor ook ver te zoeken, er viel in de afgelopen periode zo weinig te lachen dat ‘laat me niet lachen’ makkelijker werd dan ooit.

Wat was het lang stil in de muziekwereld, in goed Duits noemen ze dat ‘da schweigen alle Flöten’ en in een partituur heet een grote pauze tacet. Die stilzwijgendheid was voor alle betrokken musici en liefhebbers een ware kwelling, je merkt pas echt wat je mist als het er niet meer is en je het moet hebben van herinneringen.

Muzieknoten op papier klinken niet, die komen pas tot leven in de akoestiek van een theater of kerk, zoals wijn in een fles ook nergens naar smaakt maar pas ontwaakt zodra die de keel inglijdt. Genieten is toch echt een livebeleving, al was er een heldere geest in ons land die dacht dé kant-en-klare oplossing voor het gemis te hebben uitgevonden met de stelling ‘dan zet je thuis toch een dvd-tje op’. Verrek, ben ik toch bij humor uitgekomen, dronk hij thuis een druivensap 0.0?

Allicht zijn we blij dat we weer in de lucht zijn, muzikanten hopen opnieuw te kunnen doen waar ze in uitblinken, namelijk het publiek in de watten leggen met al die vocale en instrumentale beauty’s van toen en nu, van Josquin tot Pärt, Stamitz tot Ligeti en van Monteverdi tot van der AA.

Schreef ik ooit dat rust en stilte in de moderne samenleving utopisch zijn geworden, blijkt een teveel ervan net zo catastrofaal, ook een overdosis tacet doet pijn in de oren en in het hart. Nu het ernaar uitziet dat het concertleven weer op stoom komt, schiet me de klassieke uitspraak van Mstislav Rostropovich weer te binnen: Muziek begint met stilte.